‘Circulariteit is met elkaar ontdekken’
Over de lessen van de renovatie van het gemeentehuis Dronten
Een gesprek met:
Pieter Keijzer
Architect INBO Architecten
Rodi van der Horst
Interieurarchitect/partner INBO Architecten
Michel Kemper
Senior-adviseur De Groene Jongens
Pieter Keijzer en Rodi van der Horst, respectievelijk architect en interieurarchitect/partner bij INBO Architecten en Michel Kemper, senior-adviseur bij De Groene Jongens zien circulair bouwen in hun dagelijkse werk in hoog tempo. Tegelijkertijd zien ze dat de wereld van circulariteit voor velen nog synoniem staat voor een doolhof. “Het zou mooi zijn als het voor iedereen meer gesneden koek wordt”, zegt Keijzer. Voor Kemper is het belangrijk dat circulair bouwen voor opdrachtgevende partijen inzichtelijk is. Volgens Rodi van der Horst is “circulariteit met elkaar ontdekken en openstaan voor elkaars ideeën.”
Het drietal is betrokken geweest bij de renovatie van het gemeentehuis van de gemeente Dronten. Duurzaamheid en circulariteit stonden in deze aanpak centraal. “Het uiteindelijke resultaat is een zeer duurzaam, circulair en toekomstbestendig gebouw”, zegt Pieter Keijzer. Circulair bouwen is voor hem iets van de laatste jaren. “Ik vind het nog steeds wel pionieren en zoeken of je nu goed bezig bent op circulair gebied. Dus dat betekent vooral nieuwsgierig zijn en op internet zoeken naar materialen die echt circulair zijn. Het Nieuwe Normaal’ probeert daarbij een en ander overzichtelijker te maken, meer handvatten te bieden om circulariteit te valideren.”
foto door Roos Aldershoff
Het Nieuwe Normaal brengt de circulaire ingrediënten bij elkaar en probeert daar één verhaal van neer te leggen.” Rodi van der Horst ziet op zijn terrein al langer toepassing van biobased materialen. “Dat zie je ook bij inrichtingselementen en meubilair. We zijn best een groot bureau en wij hebben vrij vroeg fabrikanten gevraagd of ze de transitie naar circulariteit willen vormgeven. Zo’n gesprek voeren helpt om met elkaar die stap te zetten. Als je een gezamenlijk doel hebt, wordt het vertrouwen ook groter. In Dronten heeft dat geleid tot een bijzonder project. We proberen dat ook op andere plekken maar dan krijg ik nogal eens te horen dat er certificaten moeten komen of dat het budgettair niet uitkomt. Veel mitsen en maren. Bij Dronten werd een stip op de horizon gezet en gezegd ‘we weten nog niet hoe we het gaan doen, maar we gaan het wel doen’.”
Vraagtekens
Keijzer voegt eraan toe dat het initiatief nu nog vooral vanuit de ontwerpende partijen moet komen. “Als we het op dit moment met een opdrachtgever over circulariteit en duurzaamheid hebben, dan zie ik vooral vraagtekens tegenover mij. De onwetendheid bij de vragende partij is behoorlijk groot.” Michel Kemper, senior-adviseur bij De Groene Jongens herkent dit wel. In zijn visie is het vooral van belang om de gevolgen van duurzaamheids- of circulariteitkeuzes inzichtelijk te maken. “Wij geven circulariteit een gezicht door het in berekeningen te stoppen en daar waarden aan toe te kennen. Dat doen we door een BCI of MPG berekening te maken of door de circulaire thema’s en credits uit een GPR of BREEAM certificering te gebruiken. Kortom, we gebruiken diverse instrumenten om circulariteit min of meer inzichtelijk te maken. En de ene opdrachtgever heeft die vraag niet maar wil wel een GPR-certificaat omdat hij subsidie voor zijn project wil hebben. De andere opdrachtgever heeft die vraag wel, maar wil vooraf weten wat het oplevert. Het begint bij het inzichtelijk maken van keuzes en het nemen van kleine stapjes. We moeten niet willen dat we morgen een honderd procent circulair gebouw ontwerpen. Uiteindelijk gaan we daar wel naar toe, maar daar moeten we met elkaar in groeien.”
Naïef
Keijzer kan zich daarin vinden. “Het is ook een beetje naïef om te denken dat een honderd procent circulair gebouw morgen al mogelijk is. De hele markt is er nog niet op geënt om volledig circulair te zijn. Neem nu als voorbeeld een aluminium kozijn. De ene leverancier gebruikt wel gerecycled aluminium en de ander niet. En hoe gaan we de materialen of eindproducten dan beoordelen of kwalificeren op het vlak van circulariteit? Ik denk dat daar nog de nodige tijd overheen gaat en dat je andere instrumenten nodig hebt om die markt in beweging te krijgen.”
foto door Roos Aldershoff
Bij het gemeentehuis in Dronten lag er toen zij er in 2018 mee aan de slag gingen geen vastomlijnd programma van eisen, slechts de vraag voor een duurzaam en energieneutraal gebouw met aandacht voor circulariteit. Vervolgens is er een heel participatietraject in de steigers gezet waar zowel Inbo als De Groene Jongens bij aanwezig zijn geweest. Kemper: “Wij hebben een variantenonderzoek gedaan om de gemeenteraad te helpen bij het maken van een keuze. Uiteindelijk zijn ze naar de maximale variant gegaan en dat betekende tevens een energieneutraal gebouw. Met elkaar hebben we, om de circulariteit van het gebouw inzichtelijk te maken, besloten om de CPG methodiek uit GPR 4.3 te gebruiken. Deze methodiek hebben we gebruikt om ontwerpkeuzes te maken en om de uiteindelijke circulaire prestatie van het gebouw vast te leggen. De behaalde CPG score van het project is bij oplevering vastgesteld op een acht.”
Zichtbaarheid
In 2019/2020 is de grootscheepse renovatie uitgevoerd. Circulariteit is zowel zichtbaar als onzichtbaar in het gemeentehuis aanwezig. Onzichtbaar in de vorm van onder andere het gebruik van biobased verf maar in de interieurinvulling juist weer heel erg zichtbaar. “Daarvoor”, vertelt Van der Horst, “is het bestaande inbouwpakket gesloopt en eerst aan de inwoners van Dronten aangeboden en later deels op Marktplaats gezet. Met de oude, voor medewerkers en bezoekers, heel herkenbare plafondlatten hebben we de fronten van de publieksbalies afgewerkt.Het is ook de manier waarop je verhalend mensen aan het nadenken zet omdat de nieuwe circulaire economie er echt aan zit te komen.”
foto door Roos Aldershoff
Het is dan om die reden dat op tal van plaatsen QR-codes de bezoeker informeren over de gebruikte materialen en de herkomst ervan. “Maar ook een speciaal ontworpen circulaire tafel met daarin de in het gebouw toegepaste materialen met infographics die laten zien wat er is gebeurd en welke impact de aanpak heeft op bijvoorbeeld het energiegebruik van het gebouw en het klimaat. De zichtbaarheid van de duurzaamheid begint al bij de powerparking-parkeerplaatsen.”
foto door Roos Aldershoff
Blijven duwen
Wat hebben jullie van het project geleerd? “Wat het mij heeft gebracht”, beantwoordt Keijzer de vraag “is dat je zelf aan alles moet blijven duwen. Je kunt niet verwachten, dat het vanzelf tot stand komt. Dat is ook de reden dat we als bureau daar meer op willen gaan inzetten en onze kennis uitbreiden zodat we onze opdrachtgevers nog beter kunnen adviseren.” Kemper: “Ik heb van Dronten geleerd dat bij bouwende partijen nog wat weerstand zit. Men wil in Nederland graag bouwen zoals men altijd gebouwd heeft. Circulair bouwen betekent toch dat je anders moet gaan bouwen. De aannemer die op dit project zat was eerder behoorlijk terughoudend maar werd gaandeweg een stuk enthousiaster. En dat was ook het geval bij meerdere partijen die het uiteindelijk toch wel omarmden.” Van der Horst knikt en zegt: “De belangrijkste les van Dronten is dat als we het hebben over circulair bouwen we elkaar nodig hebben. Niemand heeft de waarheid in pacht. Circulariteit is met elkaar ontdekken en openstaan voor elkaars ideeën.”